Turkije
Door: Anna
Blijf op de hoogte en volg Anna
31 Maart 2015 | Turkije, Doğubayazıt
De laatste dag in Turkije is aangebroken. We zitten nu in het grensstadje Dogubayezit waar we onze rustdag hebben en ons klaarmaken voor Iran.
Voor de vrouwen betekent dit: lange jurken, jasjurken, hoofddoeken, mutsjes voor onder de hoofddoek en kijken hoe we op een fatsoenlijke manier door Iran kunnen fietsen. Ieder van ons heeft sinds vandaag, sommigen al eerder, een mooie doek. Dus ook op de foto’s kunnen we er nog een beetje knap uitzien.
3 weken geleden begon de trip écht, in Istanbul. De week ervoor hadden we een week vol workshops en colleges gehad, in Istanbul waren we echt op onszelf aangewezen.
Doordat we elkaar in Nederland al een behoorlijke volle week met elkaar door hadden gebracht hoefde het ijs in Istanbul niet meer echt gebroken te worden.
Een week - vol lachen, flauwe humor, meligheid, bezoekjes aan de Hagia Sofia, de cisternen, de blauwe moskee maar ook vele andere moskeeën, onderwijs op de universiteit, een kookcursus, een rondleiding door een Byzantium-specialiste – vloog voorbij. We ontmoetten onze driver Irfan, zijn neef Murat en bespraken de route.
Met zeven mensen een route bepalen is een behoorlijke klus; Murat (directeur van de Turkse fietsersbond, oud internationaal renner van Turkije) en Irfan wilden langs de zwarte zeekust “want daar lag een hele mooie highway”, een aantal wilden dezelfde route als vorig jaar en een aantal wilden echt graag naar Capadocie… Wat een toevoeging van een aantal honderd kilometer op onze route betekende. Uiteindelijk gekozen om naar Capadocie te gaan, fietsen tot Ankara, dan daar de bus pakken naar Nevsehir (Capadocie), daar onze eerste rustdag en dan weer verder fietsen richting Dogubayezit, de grens.
Op zaterdag 14 maart was het eindelijk zover: we vertrokken. De eerste 40 km samen met een Turk die redelijk Engels sprak en ons het drukke Istanbul uitleidde. De laatste 30 km fietsten we samen =, onder leiding van Murat, met een groepje van ca. 35 Turkse studenten uit het plaatsje Sile, aan de Zwarte Zee kust. Wij kregen het commentaar dat we allemaal een veel te zware versnelling draaiden en dat ons tempo bergop veel te hoog lag: een continu ritme, dat was wat we moesten leren. Met de Turkse studenten moesten we ons hier wel aan houden. Voor ons gevoel stonden we stil of reden we achteruit, maar aan het einde van de rit hadden we het gevoel dit nog uren vol te kunnen houden: het werkt!
De dagen erna zouden we onszelf moeten redden. Met aangeleerde signalen, overgenomen van de Turken, waarmee we aangaven of er gaten in de weg zaten, of we met 1 of 2 personen naast elkaar moesten fietsen, of we moesten remmen of stoppen, gingen we op pad.
Dag 2 zou 120 km zijn, dit bleek 150; berg op berg af. In de regen. Door prachtige valleien maar door de regen helaas niet altijd helemaal goed zichtbaar. Helemaal gesloopt kwamen we aan in Karasu, waar we opgewacht werden door Murat zijn vrienden die ons een hostel en eten sponsorden: fantastisch! Zo’n aankomst zouden we nog vaak meemaken: een escort die ons ergens opwachtten en naar het hotel brachten, alwaar een warme douche en een goede avondmaaltijd voor ons klaar stonden. De meeste van Murat zijn vrienden spraken geen Engels, alleen Turks, en toch verwelkomden zij ons zo hartelijk. Overal wil iedereen met ons op de foto, fantastisch.
Onze reis zette zich via Bolu, wederom veel klimmen, voort naar Kolcicahamam (zoiets, ongeveer). De route naar Kaciclachamam was fantastisch: we klommen bijna 2000 meter, zonder dat we het echt doorhadden, waarna we ineens op het hoogste punt van de dag stonden. Hier bleek: we mochten ki-lo-meters lang afdalen met meer dan 7%!!!! Muziek in, remmen los, benen laten hangen, hoofd zo laag mogelijk en gaan! Kilometers naar beneden, op de fiets, met meer dan 65 km/u! Het was fantastisch! De pijn in de knieen van de ochtend waren vergeten, dit was het mooiste wat ik ooit heb gedaan. Zo hard, zo fijn, zo onwijs genieten. OP je fiets. Je hebt zelf helemaal omhoog geklommen, en dit krijg je terug: jiiihaaaaaa!
We sliepen in Bungalows, geregeld door Murat, en genoten van een heerlijk (gesponsord!) buffet in een 4* restaurant/hotel. Waarna we Irfan vroegen ons alsjeblieft snel weer naar huis te brengen want wij, de dames, wilden dolgraag naar een Hamam. Mijn eerste keer in een echte Turkse hamam: wat een genot. 3 dames die er niets van snapten, geen woord Engels spraken en toch alles voor elkaar kregen: we regelden zeep, een scrubhandschoen, een omslagdoek en probeerden ondertussen een massage te regelen. De Turkse vrouwen die aanwezig waren waren nieuwsgierig en probeerden ons vragen te stellen; communicatie van Turks naar Engels/Nederlands en andersom is niet helemaal ideaal; toch lijkt het vrij aardig te lukken: zij praten in het Turks naar jou, jij reageert in het Nederlands en ergens lijk je een echt gesprek te voeren en een beetje te begrijpen waar het over gaat. Mooi werk. Zo ver liggen Turks en Nederlands niet bij elkaar vandaan.
De massage bleek pas uitgevoerd te worden na een behoorlijke scrub-beurt. Onze zo zorgvuldig opgebouwde schildpaddenhuidjes werden vel voor vel weggescrubd. Dat worden blaren op de zadels morgen…
De route naar Ankara zou eigenlijk 50 kilometer zijn, onze eerste dag in de zon. De dagen ervoor hadden we alleen maar regen en heel veel sneeuw gehad, soms 10% omhoog klimmen zonder enig uitzicht, in het donker aankomen, douchen eten en gauw weer door. De 50 kilometer die op het programma stond waren zeer welkom. Irfan bleek echter een kleine miscalculatie gemaakt te hebben: voordat we bij het busstation aankwamen waren we 95.8 kilometer verder; oeps. Zonder lunch, met tijdsdruk (de bus naar Capadocie zou vertrekken) en met een andere mindset fietsen blijkt een uitdaging. Toch, het nare gevoel dat we überhaupt een stuk met de bus zouden doen werd door deze inspanning van de dag meteen weggevaagd: we hebben een normale, bijna 100 K, fietsdag gehad, die sluiten we af met de bus. Prima . Bovendien bleek de route naar Nevsehir vanuit de bus echt niet zo mooi; geweten weer gesust.
In Capadocie onze 1e rustdag gehad: Met zijn zevenen in Irfans auto, 2 in de bagage, 4 op de achterbank, ik voorin en Irfan die ons reed. Deze man is een held, hij krijgt alles voor elkaar. Dingt af op het eten, zorgt voor gratis entree bij Musea –we hebben geen idee wat voor verhaaltjes hij allemaal ophangt: hij Turks, wij Engels, en toch lukt het allemaal-, creeert een “auto-hamam” als het echt heel erg koud is buiten en we echt moeten pauzeren, bouwt een “Irfan-restaurant” als we nog moeten eten maar nog geen puf hebben om naar een lokanta te gaan, maakt heel veel foto’s. Stelt ons aan alle “Obama’s” van de hotels en lokanta’s voor en regelt hiermee fikse kortingen, wij lachen en proberen wat Turks te verstaan. Irfan komt altijd met allemaal mensen aan die op één of andere wijze hulp kunnen bieden. Zonder dat wij het door hebben.
Nouja, Capadocie: Een waanzinnig mooi gebied, onwijs bijzondere natuur. De “grothuizen” (waarin we met wat fantasie grote eettafels, hamams, bedstedes, riolering etc. aantroffen) de erosie in de bergen, een archeologisch museum, “Irfan lunch”, enorm veel lol en plezier en eindelijk die benen wat rust. 5 dagen fietsen achtereen, heuveltje op/bergje af, is toch een redelijke aanslag op die ongetrainde lijfjes van ons.
Vanaf Capadocie gingen we eigenlijk op weg naar de grens. Met de sneeuw en ijskoude wind in ons kielzog gingen wij op weg. Op een dag, vol met dikke sneeuwvlokken, zijn we nog even gestopt in Sultanhani: een oude caravansarai. Mensen konden hier vroeger aan komen lopen/rijden en kregen hier dan een slaapplaats, wasplek en vaak eten en/of drinken aangeboden. Er was geen moment toepasselijker om onze eerste, zeer indrukwekkende caravansarai te bezoeken. Wij, ondergesneeuwd, doorweekt en ijskoud. De opzichter opende zonder gedoe de grote indrukwekkende deuren voor ons en ineens stonden wij in levende lijve op een plek, op een wijze waarvoor dit gebouw ooit gebouwd was. Beeldender konden wij dit moment niet beleven. Nadat wij het gebouw/complex uitgebreid bekeken hadden namen we plaats in de kleine lokanta, rondom de houtkachel waar we onze kleding konden drogen onder het genot van thee. Droog gingen we weer door, het sneeuwen was gestopt en de zon kwam tevoorschijn. Een fantastisch, memorabel moment.
Mijn knieën deden al dagen heel veel pijn en 3 dagen na onze 1e rustdag kon ik niet meer lopen van de pijn: morgen de auto in en rusten. Gelukkig was dit een etappe van slechts 70 kilometer, vertrokken we pas na een mooie stadswandeling en een heerlijk lentezonnetje (zo ongeveer de 1e zon!) uit het stadje Sivas (Waar zowel de mannen als de vrouwen de avond ervoor in een prachtige oude hamam hebben genoten van dit heerlijke Turkse badritueel). Met erg veel pijn en moeite in plaats van op de fiets in de auto gestapt, ik had geen keus. Fietsen kon niet en dit was de enige mogelijkheid. De omgeving was mooier dan alle dagen tevoren, overal waar je kijken kon was het fantastisch. Als je links begon kon je je hoofd blijven draaien: de schoonheid van het Turkse landschap hield maar niet op.
Ondertussen probeerde ik in de auto met Irfan een gesprek te voeren, in het Turks (ik had in Capadocie een Engels/Turks zinnenboekje gekocht met een mini-woordenboekje). Een behoorlijk goede alternatieve training .
De dag eindigde in Zara, het weerbericht voor de dag erna waren niet best: sneeuw, vrieskou (wederom, onder 0 temperaturen waren niet zeldzaam tijdens de tocht door Turkije) en regen. Toch: ook al vielen er dikke sneeuwvlokken, wij stapten op de fiets, uitgezwaaid door de “Obama” van het hotel, waarna we na 15 km bij een pompstation strandden: de weg was geblokkeerd door de politie, maar of het door sneeuw kwam, of een lawine? Of stenen op de weg…? We mochten wel bij de eigenaar van het tankstation blijven slapen. Moesten we wel tot 19.00 uur wachten, want dan ging hij naar huis. Na uitgebreid overleg besloten we een bus te nemen naar onze dag-eindbestemming. Helaas, dan moesten we eerst terug naar Zara. Ik besloot truckdrivers te vragen of zij niet toevallig naar die plek moesten, na een hele boel “Yok”(Nee) kwam er eindelijk een JA! Maar de fietsen konden niet mee. Nieuw probleem.
Oplossing: 4 fietsen, onder de truck vast gebonden, op de plek waar eigenlijk een reserveband hoorde te zitten. De andere 3 fietsen bij Irfan op de auto: 2 op het fietsenrek, 1 bovenop het dak. Wij 7 verspreidden ons over 2 trucks en Irfans auto. We besloten meteen de etappe van de dag erna ook te pakken, aangezien het weer van die dag ook -6 en sneeuw zou zijn. Dan maar in 1 keer door. Op naar Erzincan. Met zijn 3en bij een Turkse truckdriver. Door hoge bergen, stiekem heel blij dat we die met de harde wind, de vrieskou en de sneeuw, niet over hoefden te fietsen. De chauffeur wees ons op de groepen wolven die in het gebied ronddoolden: het zou niet veilig geweest zijn. We vermoedden in elk geval dat hij ons dat in het Turks duidelijk probeerde te maken. 130 kilometer verder met veel slechte liedjes en een zwakke poging tot een Turks gesprek, werden we eruit gezet. Nog 5 fietskilometers te gaan en dan waren we in Erzincan. De stad van onze rustdag. Een nietszeggend stadje, waar we heel hartelijk ontvangen werden door vrienden van Murat. Even bijkomen. Vroeg naar bed, even het lichaam weer tot rust laten komen, van een zwak lentezonnetje genieten.
Bij aankomst in Erzurum merkten we iets bijzonders: het wordt echt een Islamitisch gebied. Mensen zijn behoorlijk aangekleed, veel meer gesluierd dan in de rest van het Turkije wat we tot noch toe gezien hebben en mensen kregen langzaamaan een ander uiterlijk. Het schijnt een conservatief gedeelte te zijn van Turkije maar ook een grensgebied met Kurdistan, waar ik op dit moment middenin zit. Bijzonder.
Toen we de dag erna in Agri aan kwamen fietsen fietsten we nog meer dan ooit een andere wereld in: alleen maar mannen op straat. Bijna geen vrouw te bekennen. Een, op het eerste gezicht, viezig armoedig stadje. Mannen kijken ons aan alsof ze nooit een vrouw hebben zien lopen. Wellicht komt het door onze fietskleding. Zij zullen wel denken: die gekke westerse dames dragen kleding, het ziet er níét uit ;-). Voor het eerst kwam de gedachte op dat gesluierd lopen misschien wel prettiger was dan ongesluierd lopen. Aan dit gevoel zullen we wel moeten wennen denk ik. Het is bijzonder om te merken hoeveel verschil zo’n kleine afstand (95 kilometer/180 km) kan maken in de cultuur van het gebied waar je aankomt. Het gevoel dat je nu echt een andere, meer oosterse, meer conservatieve wereld inrijd is sterk aanwezig. Een wereld die qua cultuur nog zover van onze (mijn) cultuur afstaat. Ik ben benieuwd hoe snel het went en het een beetje meer “eigen” wordt.
Nu dus in Dogubayezit. Ik schrijf dit stuk, al gesluierd, om vast een beetje te wennen. Morgen nog een kilometer of 50 tot de grens. Afscheid van “Obama” Irfan, onze Turkse held, en op naar een nieuw avontuur. Iran, here we come. Ik ben waanzinnig benieuwd, kijk (bijna) elke dag uit naar de fietsdag die voor ons is. Ik had verwacht dat ik het fietsen mooi zou vinden, ik had niet verwacht, of durven dromen, dat de dagen op de fiets zo gaaf zouden zijn. De zware momenten zijn bij een fijn zonnetje en adembenemende uitzichten gelijk weer vergeten. Huilend omhoog vanwege de pijn in de knieen en dan 25 kilometer volle vaart mogen afdalen en eindigen in een hamam. En dan oprecht vergeten zijn dat de ochtend zo naar was. Zoals een groepsgenootje gisteren zei toen het sneeuwde en koud was: “getver, ik heb helemaal geen zin meer in vandaag”. 5 minuten later scheen de zon: “ah lekker, zo een stukje fietsen! Is er echt nog maar 30 kilometer te gaan? Zonde.”
P.S. Van de familie die naar oma gaat: wil je dit uitprinten en voor haar meenemen? Dank!
Voor de vrouwen betekent dit: lange jurken, jasjurken, hoofddoeken, mutsjes voor onder de hoofddoek en kijken hoe we op een fatsoenlijke manier door Iran kunnen fietsen. Ieder van ons heeft sinds vandaag, sommigen al eerder, een mooie doek. Dus ook op de foto’s kunnen we er nog een beetje knap uitzien.
3 weken geleden begon de trip écht, in Istanbul. De week ervoor hadden we een week vol workshops en colleges gehad, in Istanbul waren we echt op onszelf aangewezen.
Doordat we elkaar in Nederland al een behoorlijke volle week met elkaar door hadden gebracht hoefde het ijs in Istanbul niet meer echt gebroken te worden.
Een week - vol lachen, flauwe humor, meligheid, bezoekjes aan de Hagia Sofia, de cisternen, de blauwe moskee maar ook vele andere moskeeën, onderwijs op de universiteit, een kookcursus, een rondleiding door een Byzantium-specialiste – vloog voorbij. We ontmoetten onze driver Irfan, zijn neef Murat en bespraken de route.
Met zeven mensen een route bepalen is een behoorlijke klus; Murat (directeur van de Turkse fietsersbond, oud internationaal renner van Turkije) en Irfan wilden langs de zwarte zeekust “want daar lag een hele mooie highway”, een aantal wilden dezelfde route als vorig jaar en een aantal wilden echt graag naar Capadocie… Wat een toevoeging van een aantal honderd kilometer op onze route betekende. Uiteindelijk gekozen om naar Capadocie te gaan, fietsen tot Ankara, dan daar de bus pakken naar Nevsehir (Capadocie), daar onze eerste rustdag en dan weer verder fietsen richting Dogubayezit, de grens.
Op zaterdag 14 maart was het eindelijk zover: we vertrokken. De eerste 40 km samen met een Turk die redelijk Engels sprak en ons het drukke Istanbul uitleidde. De laatste 30 km fietsten we samen =, onder leiding van Murat, met een groepje van ca. 35 Turkse studenten uit het plaatsje Sile, aan de Zwarte Zee kust. Wij kregen het commentaar dat we allemaal een veel te zware versnelling draaiden en dat ons tempo bergop veel te hoog lag: een continu ritme, dat was wat we moesten leren. Met de Turkse studenten moesten we ons hier wel aan houden. Voor ons gevoel stonden we stil of reden we achteruit, maar aan het einde van de rit hadden we het gevoel dit nog uren vol te kunnen houden: het werkt!
De dagen erna zouden we onszelf moeten redden. Met aangeleerde signalen, overgenomen van de Turken, waarmee we aangaven of er gaten in de weg zaten, of we met 1 of 2 personen naast elkaar moesten fietsen, of we moesten remmen of stoppen, gingen we op pad.
Dag 2 zou 120 km zijn, dit bleek 150; berg op berg af. In de regen. Door prachtige valleien maar door de regen helaas niet altijd helemaal goed zichtbaar. Helemaal gesloopt kwamen we aan in Karasu, waar we opgewacht werden door Murat zijn vrienden die ons een hostel en eten sponsorden: fantastisch! Zo’n aankomst zouden we nog vaak meemaken: een escort die ons ergens opwachtten en naar het hotel brachten, alwaar een warme douche en een goede avondmaaltijd voor ons klaar stonden. De meeste van Murat zijn vrienden spraken geen Engels, alleen Turks, en toch verwelkomden zij ons zo hartelijk. Overal wil iedereen met ons op de foto, fantastisch.
Onze reis zette zich via Bolu, wederom veel klimmen, voort naar Kolcicahamam (zoiets, ongeveer). De route naar Kaciclachamam was fantastisch: we klommen bijna 2000 meter, zonder dat we het echt doorhadden, waarna we ineens op het hoogste punt van de dag stonden. Hier bleek: we mochten ki-lo-meters lang afdalen met meer dan 7%!!!! Muziek in, remmen los, benen laten hangen, hoofd zo laag mogelijk en gaan! Kilometers naar beneden, op de fiets, met meer dan 65 km/u! Het was fantastisch! De pijn in de knieen van de ochtend waren vergeten, dit was het mooiste wat ik ooit heb gedaan. Zo hard, zo fijn, zo onwijs genieten. OP je fiets. Je hebt zelf helemaal omhoog geklommen, en dit krijg je terug: jiiihaaaaaa!
We sliepen in Bungalows, geregeld door Murat, en genoten van een heerlijk (gesponsord!) buffet in een 4* restaurant/hotel. Waarna we Irfan vroegen ons alsjeblieft snel weer naar huis te brengen want wij, de dames, wilden dolgraag naar een Hamam. Mijn eerste keer in een echte Turkse hamam: wat een genot. 3 dames die er niets van snapten, geen woord Engels spraken en toch alles voor elkaar kregen: we regelden zeep, een scrubhandschoen, een omslagdoek en probeerden ondertussen een massage te regelen. De Turkse vrouwen die aanwezig waren waren nieuwsgierig en probeerden ons vragen te stellen; communicatie van Turks naar Engels/Nederlands en andersom is niet helemaal ideaal; toch lijkt het vrij aardig te lukken: zij praten in het Turks naar jou, jij reageert in het Nederlands en ergens lijk je een echt gesprek te voeren en een beetje te begrijpen waar het over gaat. Mooi werk. Zo ver liggen Turks en Nederlands niet bij elkaar vandaan.
De massage bleek pas uitgevoerd te worden na een behoorlijke scrub-beurt. Onze zo zorgvuldig opgebouwde schildpaddenhuidjes werden vel voor vel weggescrubd. Dat worden blaren op de zadels morgen…
De route naar Ankara zou eigenlijk 50 kilometer zijn, onze eerste dag in de zon. De dagen ervoor hadden we alleen maar regen en heel veel sneeuw gehad, soms 10% omhoog klimmen zonder enig uitzicht, in het donker aankomen, douchen eten en gauw weer door. De 50 kilometer die op het programma stond waren zeer welkom. Irfan bleek echter een kleine miscalculatie gemaakt te hebben: voordat we bij het busstation aankwamen waren we 95.8 kilometer verder; oeps. Zonder lunch, met tijdsdruk (de bus naar Capadocie zou vertrekken) en met een andere mindset fietsen blijkt een uitdaging. Toch, het nare gevoel dat we überhaupt een stuk met de bus zouden doen werd door deze inspanning van de dag meteen weggevaagd: we hebben een normale, bijna 100 K, fietsdag gehad, die sluiten we af met de bus. Prima . Bovendien bleek de route naar Nevsehir vanuit de bus echt niet zo mooi; geweten weer gesust.
In Capadocie onze 1e rustdag gehad: Met zijn zevenen in Irfans auto, 2 in de bagage, 4 op de achterbank, ik voorin en Irfan die ons reed. Deze man is een held, hij krijgt alles voor elkaar. Dingt af op het eten, zorgt voor gratis entree bij Musea –we hebben geen idee wat voor verhaaltjes hij allemaal ophangt: hij Turks, wij Engels, en toch lukt het allemaal-, creeert een “auto-hamam” als het echt heel erg koud is buiten en we echt moeten pauzeren, bouwt een “Irfan-restaurant” als we nog moeten eten maar nog geen puf hebben om naar een lokanta te gaan, maakt heel veel foto’s. Stelt ons aan alle “Obama’s” van de hotels en lokanta’s voor en regelt hiermee fikse kortingen, wij lachen en proberen wat Turks te verstaan. Irfan komt altijd met allemaal mensen aan die op één of andere wijze hulp kunnen bieden. Zonder dat wij het door hebben.
Nouja, Capadocie: Een waanzinnig mooi gebied, onwijs bijzondere natuur. De “grothuizen” (waarin we met wat fantasie grote eettafels, hamams, bedstedes, riolering etc. aantroffen) de erosie in de bergen, een archeologisch museum, “Irfan lunch”, enorm veel lol en plezier en eindelijk die benen wat rust. 5 dagen fietsen achtereen, heuveltje op/bergje af, is toch een redelijke aanslag op die ongetrainde lijfjes van ons.
Vanaf Capadocie gingen we eigenlijk op weg naar de grens. Met de sneeuw en ijskoude wind in ons kielzog gingen wij op weg. Op een dag, vol met dikke sneeuwvlokken, zijn we nog even gestopt in Sultanhani: een oude caravansarai. Mensen konden hier vroeger aan komen lopen/rijden en kregen hier dan een slaapplaats, wasplek en vaak eten en/of drinken aangeboden. Er was geen moment toepasselijker om onze eerste, zeer indrukwekkende caravansarai te bezoeken. Wij, ondergesneeuwd, doorweekt en ijskoud. De opzichter opende zonder gedoe de grote indrukwekkende deuren voor ons en ineens stonden wij in levende lijve op een plek, op een wijze waarvoor dit gebouw ooit gebouwd was. Beeldender konden wij dit moment niet beleven. Nadat wij het gebouw/complex uitgebreid bekeken hadden namen we plaats in de kleine lokanta, rondom de houtkachel waar we onze kleding konden drogen onder het genot van thee. Droog gingen we weer door, het sneeuwen was gestopt en de zon kwam tevoorschijn. Een fantastisch, memorabel moment.
Mijn knieën deden al dagen heel veel pijn en 3 dagen na onze 1e rustdag kon ik niet meer lopen van de pijn: morgen de auto in en rusten. Gelukkig was dit een etappe van slechts 70 kilometer, vertrokken we pas na een mooie stadswandeling en een heerlijk lentezonnetje (zo ongeveer de 1e zon!) uit het stadje Sivas (Waar zowel de mannen als de vrouwen de avond ervoor in een prachtige oude hamam hebben genoten van dit heerlijke Turkse badritueel). Met erg veel pijn en moeite in plaats van op de fiets in de auto gestapt, ik had geen keus. Fietsen kon niet en dit was de enige mogelijkheid. De omgeving was mooier dan alle dagen tevoren, overal waar je kijken kon was het fantastisch. Als je links begon kon je je hoofd blijven draaien: de schoonheid van het Turkse landschap hield maar niet op.
Ondertussen probeerde ik in de auto met Irfan een gesprek te voeren, in het Turks (ik had in Capadocie een Engels/Turks zinnenboekje gekocht met een mini-woordenboekje). Een behoorlijk goede alternatieve training .
De dag eindigde in Zara, het weerbericht voor de dag erna waren niet best: sneeuw, vrieskou (wederom, onder 0 temperaturen waren niet zeldzaam tijdens de tocht door Turkije) en regen. Toch: ook al vielen er dikke sneeuwvlokken, wij stapten op de fiets, uitgezwaaid door de “Obama” van het hotel, waarna we na 15 km bij een pompstation strandden: de weg was geblokkeerd door de politie, maar of het door sneeuw kwam, of een lawine? Of stenen op de weg…? We mochten wel bij de eigenaar van het tankstation blijven slapen. Moesten we wel tot 19.00 uur wachten, want dan ging hij naar huis. Na uitgebreid overleg besloten we een bus te nemen naar onze dag-eindbestemming. Helaas, dan moesten we eerst terug naar Zara. Ik besloot truckdrivers te vragen of zij niet toevallig naar die plek moesten, na een hele boel “Yok”(Nee) kwam er eindelijk een JA! Maar de fietsen konden niet mee. Nieuw probleem.
Oplossing: 4 fietsen, onder de truck vast gebonden, op de plek waar eigenlijk een reserveband hoorde te zitten. De andere 3 fietsen bij Irfan op de auto: 2 op het fietsenrek, 1 bovenop het dak. Wij 7 verspreidden ons over 2 trucks en Irfans auto. We besloten meteen de etappe van de dag erna ook te pakken, aangezien het weer van die dag ook -6 en sneeuw zou zijn. Dan maar in 1 keer door. Op naar Erzincan. Met zijn 3en bij een Turkse truckdriver. Door hoge bergen, stiekem heel blij dat we die met de harde wind, de vrieskou en de sneeuw, niet over hoefden te fietsen. De chauffeur wees ons op de groepen wolven die in het gebied ronddoolden: het zou niet veilig geweest zijn. We vermoedden in elk geval dat hij ons dat in het Turks duidelijk probeerde te maken. 130 kilometer verder met veel slechte liedjes en een zwakke poging tot een Turks gesprek, werden we eruit gezet. Nog 5 fietskilometers te gaan en dan waren we in Erzincan. De stad van onze rustdag. Een nietszeggend stadje, waar we heel hartelijk ontvangen werden door vrienden van Murat. Even bijkomen. Vroeg naar bed, even het lichaam weer tot rust laten komen, van een zwak lentezonnetje genieten.
Bij aankomst in Erzurum merkten we iets bijzonders: het wordt echt een Islamitisch gebied. Mensen zijn behoorlijk aangekleed, veel meer gesluierd dan in de rest van het Turkije wat we tot noch toe gezien hebben en mensen kregen langzaamaan een ander uiterlijk. Het schijnt een conservatief gedeelte te zijn van Turkije maar ook een grensgebied met Kurdistan, waar ik op dit moment middenin zit. Bijzonder.
Toen we de dag erna in Agri aan kwamen fietsen fietsten we nog meer dan ooit een andere wereld in: alleen maar mannen op straat. Bijna geen vrouw te bekennen. Een, op het eerste gezicht, viezig armoedig stadje. Mannen kijken ons aan alsof ze nooit een vrouw hebben zien lopen. Wellicht komt het door onze fietskleding. Zij zullen wel denken: die gekke westerse dames dragen kleding, het ziet er níét uit ;-). Voor het eerst kwam de gedachte op dat gesluierd lopen misschien wel prettiger was dan ongesluierd lopen. Aan dit gevoel zullen we wel moeten wennen denk ik. Het is bijzonder om te merken hoeveel verschil zo’n kleine afstand (95 kilometer/180 km) kan maken in de cultuur van het gebied waar je aankomt. Het gevoel dat je nu echt een andere, meer oosterse, meer conservatieve wereld inrijd is sterk aanwezig. Een wereld die qua cultuur nog zover van onze (mijn) cultuur afstaat. Ik ben benieuwd hoe snel het went en het een beetje meer “eigen” wordt.
Nu dus in Dogubayezit. Ik schrijf dit stuk, al gesluierd, om vast een beetje te wennen. Morgen nog een kilometer of 50 tot de grens. Afscheid van “Obama” Irfan, onze Turkse held, en op naar een nieuw avontuur. Iran, here we come. Ik ben waanzinnig benieuwd, kijk (bijna) elke dag uit naar de fietsdag die voor ons is. Ik had verwacht dat ik het fietsen mooi zou vinden, ik had niet verwacht, of durven dromen, dat de dagen op de fiets zo gaaf zouden zijn. De zware momenten zijn bij een fijn zonnetje en adembenemende uitzichten gelijk weer vergeten. Huilend omhoog vanwege de pijn in de knieen en dan 25 kilometer volle vaart mogen afdalen en eindigen in een hamam. En dan oprecht vergeten zijn dat de ochtend zo naar was. Zoals een groepsgenootje gisteren zei toen het sneeuwde en koud was: “getver, ik heb helemaal geen zin meer in vandaag”. 5 minuten later scheen de zon: “ah lekker, zo een stukje fietsen! Is er echt nog maar 30 kilometer te gaan? Zonde.”
P.S. Van de familie die naar oma gaat: wil je dit uitprinten en voor haar meenemen? Dank!
-
31 Maart 2015 - 19:34
Hanneke:
Hoi Anna wat leuk om je verhaal te lezen hoe je geniet maar ook afziet, we wensen je veel avontuurlijke gesluierde fietskilometers in Iran veel liefs frank en han -
31 Maart 2015 - 20:57
Greetje:
Anna: super verhaal. Ga vooral zo door. Roeping gemist: journalist :).Knuf. -
31 Maart 2015 - 22:32
Vera:
Mooi verslag An!
Leuk om even iets uitgebreider te lezen over al jullie avonturen!
Liefs,
Vera -
04 April 2015 - 11:00
Ina:
Lieve Anna, een prachtig verslag. Pakkend geschreven.
Wat jammer dat je Irfan in Turkije moet achterlaten.
Ik kijk uit naar het vervolg en wens je een hele fijne verdere reis, met knieen die helemaal gewend zijn en soepel en pijnloos werken".
Heel veel liefs, Ina -
04 April 2015 - 22:00
Ellie Hilhorst:
Lieve anna.
Ik krijg echt zin er in om mee te fietsen Wat gaaf wat jullie alle maal al mee gemaakt hebben.
Alleen jammer van het weer.Tot horens lief ellie
-
07 April 2015 - 00:10
Karin:
Lieve An,
Zojuist pas je reisverslag gelezen...indrukwekkend, maar je bent zo wel heel dichtbij.
Inmiddels zit je al weer een week in Iran. Fijn met je geskyped te hebben bij Minkes verjaardag. Je ziet er mooi uit, maar van binnen zal het bevreemdend zijn in een land waarin de man-vrouwverhoudingen zo anders zijn. Je mag blij zijn met jouw Rut. Wij ook hoor!
Ik ga slapen. Morgen lange dag. Ga langs oma en zal verslag voor haar meenemen. Zal ze leuk vinden. Dikke kus mamma
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley